Gipsplaten worden vaak tegen plafonds en wanden gemonteerd als afwerking. Maar voor het mooiste resultaat dient u deze gipsplaten ook af te werken.

Hoe gipsplaten afwerken?

Gipsplaten kunnen op meerdere manieren worden afgewerkt. U kunt ervoor kiezen om alle platen in hun geheel te stucen, of u werkt ze af met voegenvuller, waardoor de naden tussen de platen worden weggewerkt.

Gipsplaten afwerken zonder stucen

Om gipsplaten mooi en strak af te werken is het niet per sé nodig om ze te stucen. Wel is het van belang de voegen oftewel de naden tussen de platen netjes weg te werken. Ook de schroefgaatjes dienen dichtgemaakt te worden. Hoe u dit doet, leest u hieronder.

Gipsplaten naden afwerken

Als u meerdere gipsplaten naast elkaar heeft geplaatst, ontstaan er naden. Deze kunnen opgevuld worden met een voegmiddel of afwerkmortel, zoals Knauf MP 75 Knauf Fill & Finish. Maar voor u daarmee begint is het handig de naden eerst af te plakken met (zelfklevende) gaasband. Deze gaasband noemen we ook wel voegband. Het zorgt voor versteviging en voorkomt dat scheurtjes ontstaan na het afwerken.

Gipsplaten afwerken met Fill & Finish

Als de naden zijn afgeplakt met voegband, kunt u beginnen met het vlak maken van de naden. Hiervoor gebruikt u een afwerkmortel ofwel voegmiddel. Er zijn zakken verkrijgbaar die met water gemixt moeten worden, maar een kant-en-klare toepassing zoals Knauf Fill & Finish is natuurlijk veel makkelijker. Knauf Fill & Finish wordt geleverd in een emmer en is direct klaar voor gebruik. Met een voegspaan of spachtelmes kunt u vervolgens een laag Fill & Finish in de voegen tussen de gipsplaten aanbrengen. Ook de schroefgaatjes kunt u met Fill & Finish afwerken. Omdat dit kleinere oppervlakten zijn om te vullen, gebruikt u hier een plamuurmesje voor. Door strak af te vullen, hoeft u straks minder te schuren. Als het voegmiddel is uitgehard, kunt u de gipsplaten vlak schuren. Zijn de naden en schroefgaatjes in de gipsplaten nog niet vlak genoeg, dan kan er nog eens worden gevuld met Fill & Finish om vervolgens weer te schuren. Dit proces herhaalt u tot het geheel vlak genoeg is. Hierna kunt u de gipsplaten met een voorstrijkmiddel bewerken. Voorstrijk zorgt ervoor dat het verschil in zuiging tussen de gipsplaten en de voegen wordt opgeheven. Zeker wanneer u de gipsplaten gaat behangen of sauzen is een voorstrijk een vereiste. Het stopt de zuiging van de gipsplaten, waardoor behanglijm of verf niet ín de platen wordt gezogen, maar juist óp de gipsplaten blijft.

De naden/voegen tussen gipsplaten met afgeschuinde kanten, deze platen noemen we ook wel gipsplaten AK, worden vrijwel altijd weggewerkt met een afwerkmortel. Maar de naden tussen gipsplaten met ronde kanten (gipsplaten RK) worden niet altijd weggewerkt; deze keuze is geheel persoonlijk. Kiest u ervoor deze naden niet op te vullen met een voegenvuller, dicht ze dan wel met een streep acrylaatkit. 

Gipsplaat behangen

Na het afwerken van de gipsplaten kunt er voor kiezen de platen te behangen. Zoals al eerder gezegd is het daarbij wel van belang dat er vóór het behangen een voorstrijkmiddel is gebruikt, om zo de zuigende werking van de gipsplaten plafond te stoppen.