PIR + Spano vloerplaten montagehandleiding

 

  • Gebruik het nodige materiaal zoals hieronder beschreven.                                                                                                  
  • Zorg dat u een veiligheidsbril en handschoenen draagt.
  • Zorg ervoor dat de draagvloer vlak is. Indien dit niet het geval is, moet de draagvloer eerst uitgevlakt worden.  
  • Plaats de platen steeds op een doorlopende draagvloer van hout of beton.
  • De doorlopende draagvloer moet stabiel, droog, zuiver en effen zijn.
  • De ruimte moet wind- en regendicht zijn alvorens te starten met de plaatsing van de platen.
  • De platen moeten vóór de installatie minimum 48 u. in de ruimte aanwezig zijn.
  • Meet vooraf de vloer exact af en maak een legplan.
  • Respecteer rond schouwen een afstand van 50 cm, op te vullen met onbrandbaar materiaal.
  • Bij het afwerken van de isolatieplaten dient men rekening te houden met een maximale verdeelde belasting van 300 g/cm².
  • Platen worden verwerkt met een hand- of decoupeerzaag, steeds met zichtzijde naar boven.

 

1 Voorzie steeds een aangepast dampscherm afhankelijk van de klimaatomstandigheden tussen de doorlopende draagconstructie (in hout of beton) en de isolatieplaten. Laat hierbij het aangepaste dampscherm met 15 cm overlappen en trek dit op tot ongeveer 5 cm boven de isolatieplaten.

2 Zorg er steeds voor dat er een voeg is tussen de isolatieplaat en de muren van ongeveer 5 mm. Dit kan door middel van wiggen of stelblokjes. Let er op dat de eerste rij platen op een rechte lijn geplaatst wordt, dit vergemakkelijkt de plaatsing van de andere rijen. De platen zijn voorzien van een tand en groef verbinding. Start altijd in een hoek en zorg ervoor dat de groefverbindingen van de platen aansluiten tegen de muur. Druk bij de plaatsing de platen goed tegen elkaar. Plaats de platen rij per rij. Begin aan de verste zijde en werk naar de opening van de ruimte toe (bv. zoldertoegang of deuropening)

3 Op het einde van de eerste rij dient, indien nodig, een passtuk op maat te worden verzaagd. Het overblijvende stuk wordt gebruikt als eerste element aan het begin van de tweede rij. Zorg er steeds voor dat de voegen minimaal 30 cm verspringen. Voorzie bij alle aansluitingen tegen de wanden een voeg van ongeveer 5 mm.

4 De openingen tussen de PIR + Spano vloerplaten en de muren worden na plaatsing van alle platen opgespoten met laag flexibele purschuim om koudebruggen te vermijden.

5 Hierna kunt u de vloer afwerken met een laminaat, parket of een tapijt.