Bodemisolatie en vloerisolatie zijn niet hetzelfde. Bij vloerisolatie wordt tegen het plafond van de kruipruimte geïsoleerd of wordt er vanaf de bovenkant tussen of op de vloer geïsoleerd. Bij bodemisolatie wordt de bodem van de kruipruimte geïsoleerd. Vloerisolatie via de kruipruimte kan alleen worden gerealiseerd als de kruipruimte een minimale hoogte van 35, maar liefst 50 cm heeft. Wanneer de kruipruimte slecht begaanbaar en te laag is en isoleren tussen of op de vloer niet mogelijk is, wordt bodemisolatie toegepast als thermische isolatie. Doorgaans gaat men er vanuit dat vloerisolatie effectiever is dan bodemisolatie wanneer het op warmte isolatie aankomt. De vloer voelt warmer en de energiewinst is groter. Toch kan bodemisolatie zeker ook een flinke warmtewinst opleveren. Wanneer het goed toegepast wordt, kan bodemisolatie ook zeer effectief zijn. In geval van vochtproblemen die ontstaan in de kruipruimte is bodemisolatie altijd de gekozen optie. Het vochtprobleem moet bij de kern aangepakt worden, en dat is in de meeste gevallen toch echt de bodem van de kruipruimte.