Niemand zit te wachten op brand. Niet alleen de brand en de warmte die ermee gepaard gaat is gevaarlijk voor mens en dier, maar zeker ook de rookontwikkeling die zich bij een brand voordoet. Isolatiematerialen moeten idealiter zo min mogelijk brandbaar zijn. PIR is een materiaal dat moeilijk brandbaar is. Het wordt ingedeeld in brandklasse B. Dit betekent dat PIR een hoge brandveiligheid heeft en vaak het label ‘brandwerend’ meekrijgt. Bovendien is PIR brandvertragend dankzij de chemische structuur van het materiaal. Dat wil overigens niet zeggen dat PIR helemaal niet kan branden. Bij brand duurt het echter wel zeer lang voor PIR ook ontsteekt. Wanneer het in aanraking komt met vuur, vat PIR niet meteen vlam. Als PIR na een tijdje inderdaad wel gaat branden, kan er dikke en giftige rook vrijkomen. Toch is bij tests van Iko PIR platen gebleken dat ze een zeer lage rookontwikkeling hebben bij ontbranden. Daarbij smelt en druppelt de PIR niet.
Om PIR platen extra brandwerend te maken kan men er voor kiezen om PIR platen te kopen die zijn voorzien van een extra brandwerende laag plaatmateriaal zoals een gipsplaat of een Fermacell gipsvezelplaat, waarbij laatstgenoemde als onbrandbaar materiaal is bestempeld. PIR + gips of PIR + Fermacell zorgt daarbij niet alleen voor een extra brandwerende laag maar ook voor een meteen afgewerkte PIR plaat. Dat zorgt dus ook nog eens voor tijdswinst.
Hoewel ieder materiaal een eigen brandklasse krijgt toebedeeld, hangt de brandwerendheid natuurlijk ook af van de constructie waarin het materiaal zich bevindt. Zo zal PIR in een spouw of in een betonvloer minder makkelijk vlam vatten dan isolatiemateriaal in een houten constructie. Bij houtskeletbouw wordt daarom ook aangeraden te isoleren met een minerale wol als glaswol of steenwol, omdat deze praktisch onbrandbaar zijn.